Ondanks de oorlog gaat het leven in Hoorn gewoon door, maar toch ook weer niet. In de extreem koude hongerwinter van 1944/45 is er steeds minder eten en brandstof voor de kachel. En het wordt steeds grimmiger in Hoorn. Er vallen doden en de Duitsers stellen een ‘foute’ burgemeester aan.

Van het Houten Hoofd verdwijnen de meeste planken in de kachel.

In de winter van 1944/45 vriest het enorm. Om de kachel te laten branden, worden in het Julianapark illegaal bomen omgehakt. En in de haven worden de steigerplanken van het Houten Hoofd vrijwel allemaal gestolen en opgestookt. Daarnaast krijgt de angst voor razzia’s, aanhoudingen en verraad de Hoornse bevolking steeds meer in zijn greep; er worden mensen weggevoerd, gevangengezet en gemarteld.

De Hoornse burgemeester H. C. Leemhorst weigert samen te werken met de bezetter en moet onderduiken. Daarom stellen de Duitsers, na het overlijden van NSB-burgemeester H. R. Schottee-De Vries, in 1943 een nieuwe NSB-burgemeester aan: J.P. Zondervan. Hij werkt vanuit het stadhuis en woont in een de door de Duitsers gevorderd huis op de Draafsingel. Hij zit dicht bij het vuur: zijn zoon A.J. Zondervan is WA-commandant (Weerbaarheidsafdeling) en de helpende hand van Anton Mussert, de landelijke partijleider van de NSB. (Nationaal Socialistische Beweging: de Nederlandse politieke partij die samenwerkt met de nazi’s.)

Ondertussen vallen er ook in Hoorn doden tijdens de oorlog. Dit monument, in de muur van het oude stadhuis in de Nieuwsteeg, is in 1953 geplaatst voor alle 56 Hoornse mensen die omkwamen in de oorlog. De plaquette is een eerbetoon aan hen; het herinnert ons eraan hoe oorlog het leven van gewone mensen wreed en onherstelbaar verstoort. Elk jaar worden er daarom hier op 4 mei kransen opgehangen.

Elke naam staat voor een leven, en elke naam vertelt weer een eigen verhaal. Zeven slachtoffers zijn militairen die omkwamen bij de gevechten tegen de Duitsers en Japanners. De anderen waren gewone burgers. Drie van hen zaten bij het verzet en werden daarom neergeschoten. Anderen overleden tijdens gevangenentransport, in een concentratiekamp of omdat ze werden gedwongen te werken in de Duitse industrie (Arbeitseinsatz). Tragisch genoeg werd er twaalf dagen voor de bevrijding nog iemand neergeschoten door Duitse landwachters bij een aanhouding op straat.

Twaalf namen op de muur zijn van inwoners van Joodse afkomst. Zij zijn omgebracht in de vernietigingskampen Auschwitz of Sobibor. De naam van een kindje van zes maanden staat hier niet op: het jongetje Hans Agsteribbe werd geboren in gevangenschap in Amsterdam en samen met zijn moeder in Sobibor vergast.

Arrestatie van NSB-burgemeester Zondervan door Kees Stuijfbergen, lid van de KP Hoorn, in mei 1945.

Na de bevrijding in mei 1945 werden de NSB’ers, de ‘foute’ Nederlanders, door verzetsmensen uit hun huis gehaald. Lopend door de stad werden ze voor iedereen zichtbaar naar de gevangenis op het Oostereiland (De Krententuin) gebracht. Ook burgemeester Zondervan werd door enkele leden van KnokPloeg Hoorn gearresteerd en zo vanuit zijn huis aan de Draafsingel naar de gevangenis afgemarcheerd. Honderden stadsgenoten keken fluitend en joelend toe vanaf het dijkje ‘Achter op het Zand’. Zondervan moest een lange gevangenisstraf uitzitten in De Krententuin. Kort na zijn vrijlating is hij gestorven.

Verdieping

Kijk hier wat Geert Rijswijk zich nog weet te herinneren over de oorlog.

Lees hier meer over het gedenkteken op de site van Vereniging Oud Hoorn.